GEEN DOOIE BOEL

maart 2024

 

Niet met een strijdkreet, maar met gefluisterde leugens en sluwe woorden begon in 1696 in Amsterdam een volksopstand. Hoe kwam dat?

De begrafenissen in die tijd werden steeds luxueuzer. De mensen gaven er veel geld aan uit en probeerden elkaar te overtreffen. Gevolg was dat de begrafenisondernemers steeds rijker werden. Het stadsbestuur besloot een begrafenisbelasting in te voeren. De aansprekers voelden zich bedreigd en om hun hachje te redden, logen zij de armste mensen van de stad voor: Er zou geen geld meer zijn voor hen en ze zouden door de stad als oud vuil behandeld worden. Dat met het belastinggeld de armen juist gratis begraven konden worden, werd niet goed uitgelegd en het opgejutte volk trok plunderend door de stad.

Zulke beroeringen vonden gelukkig niet in het kalme Weesperkarspel plaats. Door de eeuwen heen verzorgde de familie,  samen met buren of beroepsgenoten, de begrafenis. Soms kon een aanspreker, ook wel doodbidder genoemd, die taak op zich nemen als een soort begrafenisondernemer. Daar de gemeente geen eigen begraafplaats of kerk met kerkhof had, werden de bewoners in de omliggende plaatsen als Diemen, Abcoude, Nederhorst den Berg en Weesp ter aarde besteld. Werd er vroeger in en om de kerk begraven, vanaf 1824 kwam er vanwege de volksgezondheid een verbod en werden er buiten de plaats begraafplaatsen aangelegd. Menig Weesperkarspelaar kwam zo terecht op  Landskroon in Weesp.

In 1912 besluit de gemeenteraad een eigen begraafplaats aan te leggen en die ligt nu al meer dan 100 jaar aan de Provinciale Weg. Als je de begraafplaats oploopt, zie je op de stenen bekende familienamen uit onze streek zoals Griffioen, den Hartog, Meijer enz. Familiegraven met de namen Otten en Sluis herinneren aan de bedrijven die toentertijd een belangrijke plek innamen in onze gemeenschap. Opvallend is ook een grafmonument voor twee soldaten die in Indonesië sneuvelden en waarvoor een plaatselijk comité geld inzamelde. Je oog valt op het beeld van een staande man. Dit is een beeld, gemaakt door Hubert van Lith, die ook hier begraven ligt. Het monument heet “Ongebroken Verzet” en verwijst naar de oorlogsjaren.

De Algemene Begraafplaats Driemond heeft ook een aanspreker gekend. In vroegere tijd waren er weinig communicatiemiddelen zoals telefoons. De familie verzocht dan de aanspreker (aanzegger, doodbidder) langs deuren te gaan om de dood van een geliefde te melden. Theunis Vervat deed dat in Geinbrug, ook was hij grafdelver. Zijn zoon, Jan, nam het van hem over. Op de foto zit Theunis met zijn vrouw.

Tegenwoordig verzorgen grote bedrijven de begrafenissen, crematies en andere vormen van lijkbezorging. De gemeente onderhoud nog steeds de begraafplaats. Het blijft gelukkig een mooie plek om even te verpozen.