Het Oude Rechthuis

Juli 2024

Misschien heeft u in de Dorpskrant van juni 2024 gelezen hoe het de arme dames Geertruyd en Antje is vergaan op hun tocht naar de markt in Weesp en hun beroving onderweg. Uiteindelijk doen ze aangifte bij de schout te Weesp. Hoe ging nu de rechtsgang in het midden van de 18e eeuw?

De schout was een hooggeplaatste dienaar van de politie en was vooral belast met het opsporen van lieden die iets op hun kerfstok hadden. Hij deed dit samen met zijn rakkers, zeg maar politieagenten. Ook was hij de aanklager bij de rechtbank. Deze rechtbank werd gevormd door de schepenen. Zij spraken recht. Bij dit rechtscollege hoorde een secretaris, die alles noteerde en een bode. Hij deed alle afkondigingen en was ook deurwaarder en gevangenenbewaarder. Al deze mensen werden van hogerhand benoemd. In laatste instantie was dat de landsheer, hier de graaf van Holland. Maar in het dagelijks leven liet hij dat over aan de  Baljuw, ook wel hoofdofficier genoemd.

Nu bestond het oude Weesperkarspel uit 4 stokken te weten: Gaasp, Gein, Overvecht en Bijlmer. De eerste drie hadden een gezamenlijke rechtbank. De Bijlmer had een eigen rechtbank. Na de drooglegging van de Bijlmermeer in 1627 hadden de financiers ervan een grotere zelfstandigheid bepleit en gekregen, vandaar die eigen rechtbank.

Rond 1750 is er zelfs sprake van een eigen Rechthuis* in het boek:  De Nederlandsche Stad- en Dorpsbeschrijver (1795) schrijft Lieve van Ollefen: “Het rechthuis van de Bijlemer, staande aan het begin van het grondgebied, van den kant van het Weesper-tolhek [aan het eind van de Provincialeweg, waar je rechtsaf de brug over gaat naar Diemen-TK] gerekend: het is een net vierkant maar klein gebouw, hetwelk echter niets bijzonders aan sig heeft, zo min van binnen als van buiten: er staat een aartig klein torentjen op, waarin een klok, die van binnen getrokken wordt: dezelve wordt geluid bij gelegenheid van eene of andere gerechtelijke afleezing.

Voor het huis staat een geeselpaal, die echter, volgends verzekering der oudste ingelanden, bij geen menschen geheugen gebruikt is geworden; ook maakt men in dit rechthuis geen gebruik van gevangenhouding; zo er al eens een gevangene is, wordt dezelve te Weesp in bewaaringe gezonden: zelfs wordt het rechthuis niet gebruikt tot het vergaderen der Regeering over de Bijlemer; voorheen geschiede zulks wel; doch sedert zitten de Regenten over deezen Stok, op het stadhuis te Weesp.”

Dat rechthuis blijkt inderdaad halverwege de 18e eeuw gebouwd te zijn, maar lijkt in 1795 al niet meer te functioneren. Later zijn er gezinnen in komen te wonen.

In gedachte een terugblik naar die tijd: Het aardige gebouw met het torentje aan de ringdijk. Daar vlakbij 2 molens. Een wijdse, lege polder, met verspreid enkele boerderijen en verderop een paar huisjes. Dan vanaf begin 60er jaren al dat zand, de lege en verkrotte huizen en nu die grote, groene woonwijk. Ooit was dit Weesperkarspel

*Dank aan Reynout van der Poel – 18e eeuws rechthuis in de Bijlmerwijde.